Ik bevind me net als u in een familieroman. Geen idee of er een auteur is, maar ik maak hier ter plekke gebruik van de mogelijkheid een stukje mee te schrijven.
Het wordt extra interessant naarmate ik met broers en zussen kan meeschrijven en meelezen. Mijn zus schreef een roman die je denk ik ook (deels) kunt opvatten als familieroman. Het is ook mogelijk de therapieën die we hebben gevolgd, en andere zaken, niet alleen op te vatten als gebeurtenissen maar ook als plaatsen waar we het verhaal van onze familie hebben gelezen en geschreven.
Gisteren kwam ik al wandelend met mijn broer tot de gedachte dat het koppel schuld en schaamte het nodige verheldert van ons leven, hoe we ons door ons leven hebben kunnen bewegen. Heel grof schematiserend zou je kunnen zeggen dat mijn vader en moeder ingebakken zaten in een cultuur waarin schuld vooropstond. Denk aan het geloof, de kerk, de cultuur van de wederopbouw waarin ook zaken als kinderen krijgen en een goede baan erg belangrijk werden gevonden.
Het is maar de vraag of mijn ouders zelf helemaal meegingen in die cultivering van de schuld. Ik denk aan mijn vader die zijn best deed om ons vrij te laten, ook al had hij vaak geen idee van de vanzelfsprekendheid van de kaders waarbinnen hij zich die vrijheid voorstelde. En mijn moeder weerde zich misschien tegen de schuld door zichzelf als slachtoffer te zien, ingeklemd tussen een generatie die haar onder druk zette en een generatie die zij op haar beurt niet onder druk mocht zetten.
Wat betreft de schaamte was er een duidelijk contrast. Mijn vader had weinig op met schaamte, mijn moeder des te meer. Mijn vader toonde graag - zelfs wellustig, en zonder een spoor van twijfel, op het exhibitionistische af - zijn zekerheden, alsmede zijn bewondering voor de helden van de cultuur, de politici, theologen, sporters en de encyclopedie. Mijn moeder spreidde haar klaagzang uit over familieleden en kennissen die ook zo'n exhibitionistisch gedrag vertoonden, vooral als ze opschepten over hun kinderen. Wellicht bracht dit haar ertoe om zich terug te trekken in de schaamte. Met als gevolg dat ook wij ons gingen schamen, voor wie we waren, voor ons onvermogen op allerlei gebied, en voor de ijdele mensen om ons heen die geen last hadden van schaamte.
Zo raakten we ingeklemd tussen schaamteloosheid en schaamte. Ik zeg 'we', maar laat ik vooral voor mezelf spreken. Tegenwoordig vraag ik me af of ik me niet ten onrechte schuldig heb gevoeld, en zelfs of het schuld was wat ik voelde. Ik heb me denkelijk van dat schuldgevoel effectief bevrijd door geleidelijk de maatstaven af te wijzen waarmee ik werd beoordeeld, en waarmee ik lange tijd mezelf beoordeelde. In de therapie kwam ik erachter dat ik niet werd gehinderd door schuld, maar door angst, angst om niet te voldoen aan maatstaven die niet de mijne waren maar waarvan ik dacht dat anderen die hanteerden.
Nog steeds verlopen mijn dagen volgens het schema van de depressie. Ik begin met angst, en in de loop van de dag maakt die angst plaats voor opluchting. Anderen stellen me gerust, wat er gebeurt stelt me meestal gerust, en aan het eind van de dag blijkt dat ik het heb overleefd.
Je kunt zo'n leven prima leven. Ik heb 'helpende' gedachten ontdekt, waaronder de idee dat we hoe dan ook volgens strenge maatstaven allemaal tekortschieten. Nou goed, dan is dat maar zo. Daarna leven we nog en dat geeft een bepaalde vrijheid, de vrijheid en onschuld van degene die zijn veroordeling al achter de rug heeft. En zo zijn er meer gedachten die kunnen helpen. Denk aan de mooie dingen die we al hebben bereikt en waarmee we zelfs die strenge maatstaven recht in het gezicht kunnen kijken.
Het drama van de schuld heb ik dus vooral als iets uiterlijks gezien, als iets van een cultuur die mogelijk zelfs uiterlijk bleef aan mijn ouders. Anders ligt het met de schaamte. Daar heeft zich in mijn leven een conflict afgespeeld waarvan ik nu de lijnen pas begin te onderscheiden. Ik zwenk tussen het exhibitionisme van mijn vader en de schaamte van mijn moeder. Ogenschijnlijk moeiteloos, maar er lijkt geen tussenweg, geen bemiddelend element waardoor ik meer vat krijg op die zwenkingen.
De vraag is ook of dat nodig is. Schaamte is niet iets waarvan ik graag afstand doe. En voorzover het me blokkeert kan ik altijd nog teruggrijpen op het voorbeeld van mijn vader. Tot op zekere hoogte vullen beide modellen elkaar prima aan.
Misschien verklaart het contrast tussen exhibitionisme en schaamte wel mijn voorkeur voor precies deze ruimte. De blog waarin ik me graag toon en waarvoor ik me tegelijk schaam. Ik toon vervolgens weer graag mijn schaamte en schaam mij daar vervolgens weer voor. Het is een wonderlijk spel dat zich hier onder uw ogen afspeelt.
Hopelijk is dit spel iets begrijpelijker geworden, en dat zou het zeker zijn als u mijn vader en moeder had gekend. Dan zou alles op zijn plaats vallen. Maar ook zonder dat zult u ongetwijfeld begrip opbrengen, en wie weet vindt u het zelfs wel een beetje amusant. En ook dat delen we dan weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten