Langzaam werd het tijd dat ik net als mijn vader de beroemde fabel van Lafontaine van buiten kon opzeggen. Het geheugen van mijn vader wordt minder, en iemand moet het doen. Als oudste zoon heb ik een speciale verantwoordelijkheid.
Mijn vader zag ik als hij de fabel opzegde als de raaf. Zou ik dan de vos zijn? Dat lijkt een aantrekkelijke positie. Mijn vader het masker afpakken en eens kijken wat er achter die ijdele pose schuilgaat. Maar enig onderzoek bracht me bij Hans Teeuwen die de vos een lesje leerde. De vos eindigde bijna als vogelverschrikker Kiekerjan, vastgespijkerd aan de houten Kiekerjan. Gelukkig was daar nog de boer met een aanval van medelijden...
Nog even uitleggen waar deze blogserie over gaat. Ik probeer iets te doen rond de idee van persona, de persoon die ik ben, met een persoonlijke toon, lichtelijk autobiografisch. Ik wist dat het Latijnse persona masker betekent. Dat zou afgeleid zijn van het werkwoord personare, het klinken door iets heen, wat herinnert aan de functie van het masker als geluidsversterker in de oude Griekse tragedies. Een paar jaar geleden ontdekte ik dat sommige wetenschappers geloven in een andere herkomst van persona. Het zou afgeleid zijn van de Etruskische halfgod Phersu, die bij lijkenspelen ineens komt meedoen.
Het spel rond Le corbeau et le renard dat ik nu in gang heb gezet heeft vast ook te maken met die Phersu. Neem alleen al het feit dat mijn vader komende zondag 91 wordt, ook het wennen aan de sfeer in verpleeghuis Nobama Care in Heerlen waar hij sinds kort zit, dezer dagen zowat de hele dag in de schemer. Nemen we even aan dat mijn vader de raaf is en dat ik bezig ben hem te worden. Het eerste effect is dat ik voorzichtig moet zijn. De levenden om me heen zien niet graag dat ik mijn vader nadoe, ik word nog geacht volop in het leven te staan. De dood heeft iets griezeligs, vooral wanneer je die vermengt met het leven.
Maar ach ja, je moet dingen soms eens uitproberen om erachter te komen hoe ze uitpakken. Hoor je Lafontaine tot het eind, dan hoor je de raaf zweren dat hij zich voortaan niet meer te grazen laat nemen. Maar dat is wel een beetje laat, 'mais un peu tard'. Ja, een beetje laat, het zweren heeft iets overbodigs nu. De raaf wil zich een houding geven, hij is honteux et confus. Hij heeft naar het gevlei van de vos geluisterd. Dat hij zijn kaas kwijt is, allá, maar die schaamte, dat is een serieuzer probleem, alsmede de verwarring. En niet te vergeten de les die hij heeft moeten aanhoren van de vos.
Ik tast nog even door in deze schemering, gebruik makend van het schaarse licht.
Mijn vader is de raaf, en hij is ook de vos. Hij hield ervan om anderen te adviseren. Ook en vooral wanneer dat advies te laat kwam. 'Pap, ik ben mijn sleutels kwijt.' 'Ja, Ton, je moet een vaste plaats voor die sleutels zoeken, dan kunnen ze niet kwijtraken.' Apprenez que... En nu krijg ik van Inez te horen dat ik zelf ook zo'n didactische toon aansla, ook ik ben die vos. Beroepsafwijking, of andersom: leraar geworden omdat ik het al was. Het is een soort dans, en ik voel dat Phersu nadert. We zetten beurtelings het masker van de raaf op, en van de vos.
Het zal niet zo heel lang duren of ik zal in staat zijn mijn versie van de fabel te schrijven. Het wordt een beetje zoals Hans Teeuwen, de te late gelofte van de raaf krijgt iets meelijwekkends, we willen wraaknemen op de vos, meelij en wraak, wraak en meelij. En dan beginnen we weer van voren af aan. Soms vergeten we een paar woorden, we lopen vast. De pose verstijft...
Ook Hans Teeuwen is zoiets overkomen. Het steeds weer opzeggen van zijn shows kostte hem zoveel energie dat de tussenpozen steeds langer werden, en ik zie hem niet zo gauw weer een nieuwe show opvoeren.
Het valt te vrezen dat het format van deze blog zich steeds strakker samentrekt, zo strak dat ik voor mijn herschrijving van de fabel geen tijd meer zal hebben. De lezer zit al lezend en lang voor de ontknoping te wachten op de boer, of op Phersu, die weer wat leven in de brouwerij komt brengen. Misschien maar beter ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten