Het zal er wel niet voor bedoeld zijn, maar het is leuk om langs de fotootjes van je vrienden te gaan. Ze stralen je tegemoet, verversen geregeld hun fotootjes. Facebook vraagt erom, en soms manen je vrienden je om die foto te verversen.
Juist in hun herhaling, hun veelheid, hun directheid hebben deze gezichten iets onpersoonlijks. Gecommuniceerd wordt er volop, maar niet op een manier die ik persoonlijk zou kunnen noemen. Juist dat onpersoonlijke is het wonderlijkste. Je klikt de foto aan, je klikt hem niet aan. De foto geeft geen sjoege, blijft gewoon die foto. Of verandert omdat Zuckerberg dat wil. Maar die Zuckerberg wordt ook al niet mijn persoonlijke vriend.
Ik denk terug aan Gogol, zijn 'Dode zielen'. Pavel Ivanovitsj Tsjitsjikov gaat bij landheren op bezoek om namen van gestorven lijfeigenen van hen te kopen. Die kan hij vervolgens te gelde maken, omdat ze administratief nog niet zijn afgeschreven. Zijn geheim wordt echter ontdekt en Tsjitsjikov slaat op de vlucht.
Het onpersoonlijke heeft dus iets met de dood te maken, zoals de titel en de plotuitleg al duidelijk maken. Tsjitsjikov is een vrolijke bedrieger die geld wil verdienen. Maar hij is terechtgekomen in een literair verhaal. Daar gaat het qua geld verdienen niet altijd automatisch goed. Zo schreef Gogol een vervolg op zijn verhaal, stak dat in de fik en kreeg daar vervolgens weer spijt van.
Je zou dus van een offer kunnen spreken. 'Each man kills the thing he loves.' Maar uit Gogols plannen blijkt eerder dat hem de beschrijving van een moreel ideaal voor ogen stond, en de opgang van de mens naar dat ideaal, naar het model van Dantes goddelijke komedie. In plaats van een gelukt offer zouden we dus evengoed kunnen spreken van een mislukt ideaal, en van de twijfel tussen beide opties.
Kunnen we dit alles terugprojecteren op Facebook? Ooit betrad ik Facebook op advies van een vriend die zei dat ik het kon gebruiken als reclamemedium voor mijn blogs. Dat mislukte, omdat het niet de bedoeling is langere en complexere boodschappen via Facebook te verspreiden. Maar goed, ik kijk af en toe nog eens naar de foto's. Ze geven me de mogelijkheid mezelf te presenteren als supervriend, met veel andere vrienden. Ik voel me vitaler dan ooit. Dan slaat de twijfel toe. Iemand kan me ontmaskeren, me erop wijzen dat ik wel erg zelden inlog en weinig likes aanbreng bij de communicaties van mijn vrienden. Ik sla op de vlucht, verlaat Facebook voor langere tijd.
Maar kijk, hier ben ik weer! Tijd om dit middel niet ongebruikt te laten, er mijn persoonlijke weg in te vinden. Ik ben bereid u te gebruiken, u te administreren, in te gaan op uw uitnodiging voor het bal, te worden verraden, mijn blogs prijs te geven aan de vergankelijkheid en daar weer spijt van te krijgen. Dit alles tot meerdere eer en glorie van de dode Gogol, en niet te vergeten natuurlijk Zuckerberg.
In Facebook lijk (sic!) je niet te kunnen sterven. Je blijft vriend voor altijd. Totdat misschien een zieleherder je account opheft.
BeantwoordenVerwijderenik tel drie mooie verhalen in je zinnen. In elk verhaal zijn werkelijkheid en schijn ingenieus vervlochten.
Verwijderen