Ergens las ik dat het woord persona niet eens van de Romeinen zelf stamt maar van de Etrusken. Het leek me sterk, want ik dacht altijd dat persona te maken heeft met door iets heen (per) kinken (sonare). Ik kan nu gaan googelen, en dat ga ik zeker ook wel doen, maar ik heb ook geleerd om voor ik iets ga opzoeken zelf eerst een idee of verwachting te formuleren. Dat geeft richting, want uiteindelijk zijn de selectiemogelijkheden veel groter dan wat ik nodig heb.
Wat heb ik dan nodig van persona? En waarom moet de etymologie kloppen?
Is etymologie zelf niet een soort persona, in de zin dat de herkomst van woorden door de woorden zelf heenklinkt? En dat die woorden hun ware betekenissen maskeren, zodat je aangewezen bent op de etymologie om alsnog de ware betekenissen te kennen?
Een klank, zo neem ik aan, is moeilijk te scheiden van zijn echo. Het kan zelfs zijn dat die klank zelf echo is. Er is dus altijd hoe dan ook een aspect van personare, van persona, persona in de zin van doorklinken.
Niets meer of minder dan Europa staat op het spel. Europa, een bonte verzameling die wacht totdat iets doorklinkt, een ene stem of iets dergelijks. Stellen we vast dat het de Etrusken zijn, zij alvast maar wellicht ook andere quasi-oervolkeren van Europa. Zo wordt gezegd dat de Macedoniƫrs zich verbonden met de Grieken, waardoor de Grieken ineens Europeaan werden. Maar dus ook die Etrusken.
Het lijkt erop dat we ineens niet meer weten wat er doorklinkt. We weten niet meer wie we zijn. Het is niet alleen iets van de Oudheid. Het is ook iets persoonlijks. Het persoonlijke is politiek. Wat zeg ik? Het politieke wordt meegesleept in de val van de persona. Europa, niet meer dan een masker van die onbekende, verdrongen Etrusken. Een 'masker'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten