dinsdag 11 februari 2025

Het werk en mijn vader

In de jaren zeventig veranderde Heerlen in een onderwereld, met zombies en andere stumperds, sjravelere. Daarvoor was er ook al een onderwereld, de mijngangen, die nu op tv worden herdacht. Mijn vader werkte bovengronds, bij de salarisadministratie. Soms gingen we uit de stad langs zijn werk, waar we wachtten bij de ingang van de kantoren. Hij liep dan met ons mee naar huis.

Ik weet niet of dit echt zo gegaan is, mijn herinneringen zijn te vaag en onzeker. Ik zal evenwel mijn betekenissen moeten halen, delven, uit die vage, onzekere herinnering.

Voordat mijn vader dement werd, vertelde hij lange verhalen over de melkfabriek. Daar kwam hij terecht vanaf de mulo. Of misschien na nog een vervolgopleiding. Zie je, daar ga ik weer. Had ik maar beter geluisterd, of alles op de voicerecorder gezet. Maar hij praatte ook zo lang en veel.

Er springt nu uit dat mijn vader half verwikkeld raakte in ruzies tussen de leidinggevenden, daar op de melkfabriek. Hij wilde of moest er weg. Toen werd hij door zijn oudere broer Ben geholpen, die als ik me niet vergis bij de mijn werkte, in de personeelsdienst. Hij heeft mijn vader (min of meer?) zijn baan op de mijn bezorgd. De mijn was uiteraard de belangrijkste werkgever.

Ze verzorgden daar allerlei cursussen voor hun werknemers. Mijn vader had later nog stencils liggen over psychologie en sociologie. Daar op zijn werk moet zijn interesse in sociologie zijn ontstaan. Je kunt het denk ik vergelijken met Philips in Eindhoven, die allerlei educatieve en culturele zaken aanbood aan zijn werknemers.

Voordeel van mijn onvermogen tot luisteren en onthouden is misschien dat er iets komt bovendrijven in die soep van halve, onbetrouwbare herinneringen. Nu is dat het besef dat je in Heerlen kunt hebben gewerkt, op de mijn nog wel, en tegelijk een zekere losheid kunt hebben in je verbondenheid met dat werk. Door die toevallige binnenkomst via zijn broer en door die sociologie realiseerde mijn vader zich volgens mij dat de wereld groter was dan de mijn. Hij was niet de mijn.

Daar kan ik me wel in vinden. Ik zit in de trein op weg naar mijn werk en typ deze blog op mijn telefoon. Ik doe daar de dingen die ik daar behoor te doen. Het klikt best vaak met de mensen daar. Maar de wereld is groter dan mijn werk.

En: ik ben er ook maar terechtgekomen.

Niet dit gebouw, maar ernaast


Geen opmerkingen:

Een reactie posten