zondag 5 december 2021

Weren en veren

Een persoon zou je kunnen zien als het gezicht. Gezicht is wat gezien wordt, maar ook hoe iets wordt gezien. Het gezicht van het kabinet is Rutte, want via hem krijgen we zicht op het regeringsbeleid. En niet te vergeten: vooral krijgen we dan zicht op hoe die regering zich wil laten zien. Zo krijgt het gezicht meteen de trekken van een masker of gezichtsbedekkende helm, ze onttrekt iets aan het oog door het nadrukkelijk te laten zien.

Denkend over mijn ouders en hun invloed op hun vijf kinderen zie ik steeds meer hoe er een gebrek aan weerbaarheid is ontstaan. Als we ons vergeleken met andere gezinnen waren we zelden jaloers op hun ouders, en zij daarentegen wel op de onze. Maar mede om die reden wellicht lijkt het erop dat die vrienden, neven en nichten vaak een weerbaarheid ontwikkelden die wij te weinig hadden.

Het heeft zeker te maken met de christelijke opvoeding. In een tijd waarin de kerk niet of nog maar weinig vat had op de gezinnen, waren mijn ouders behept met spiritualiteit. En dan kun je via allerlei omwegen altijd uitkomen bij Jezus als inspiratiebron, die kon vluchten voor de kruisdood maar dat niet deed, omdat hij dat als een taak zag die reddend voor de mensheid was. Als kind kun je je tegen die inspiratie niet weren, want dan zou je je voor je gevoel tegen de hele wereld keren, en als je je wel weerde, bleef je zitten met schuldgevoel.

Tegenwoordig zit ik op de lijn Benjamin en Agamben (en vroeger al had ik Sartre en Nietzsche als tegengif). Theologie is juist interessant als toegang tot de wereld omdat we onze zwaktes kunnen gebruiken als vensters met uitzicht op de geschiedenis. 'In mijn zwakte ligt mijn kracht', de uitspraak van Paulus, bevat dus mogelijkheden tot extra inzichtverwerving. Ook zou je theologie kunnen beschouwen als het gezicht van de filosofie (terwijl vroeger filosofie juist als de dienstmaagd van de theologie werd beschouwd). Via de theologie kan de filosofie op een persoonlijkere manier naar de wereld kijken en zich daar als persoon laten zien. Ik heb dat kort geleden zo verwoord dat ik Agamben zie als een gids die me naar de wereld laat kijken als iets wezenlijk onpersoonlijks.

Er zit dus iets noodzakelijks in de persona, maar ook iets bedrieglijks. Het christendom (waarin persona een kernbegrip is, Christus als een van de drie personae van God) is ongetwijfeld een bron van verwarring geweest voor mij, mijn zussen en broers. Het is maar de vraag of ik me met die filosofie kan redden uit dat gebrek aan weerbaarheid, in de instituties heb ik me in elk geval nauwelijks kunnen redden. Toen ik twintig jaar geleden aanklopte bij een soort therapeute die aan de universiteit verbonden was zag ze al snel dat ik een sterke figuur bij me nodig had tegen wie ik kon aanleunen. Dat heeft toen wel even geholpen. Ook in mijn twee latere banen had ik gelukkig een sterke figuur bij me, een persoonlijkheid met aanzien binnen het instituut, die mijn kwaliteiten zag en mij overeind kon houden.

Hier openbaart zich een paradox die zeker ook bij mijn broers en zussen speelt. Als je eenmaal inziet dat je een beperkte weerbaarheid hebt, dan heb je iemand nodig, je partner bijvoorbeeld, die iets beter  opgewassen is tegen de hardvochtigheid van de wereld. Ik zie mijn vader als het voorbeeld van die structuur. Mijn moeder kon soms erg het idee hebben dat ze slachtoffer was (wat ook weer goed was volgens haar geloof, dus verwarrend voor ons kinderen). Ze kwam vanuit de boerderij naar de stad en was minder vertrouwd met de complexe sociale gewoontes, de versnelling van het moderne leven ervoer ze heviger dan mijn vader. Ze had gezucht onder het autoritaire gezag van haar ouders, en nu had ze zelf dat gezag niet over haar stadskinderen. Dubbel slachtoffer!

Toen ik als theologiestudent ging samenwonen met mijn vriendin en een bevriend stel, deed mijn moeder dat veel verdriet, met name omdat ze die vriend (een jeugdvriend die ze kende) niet zag zitten. Mijn vader nam toen het initiatief om met de decaan in het verre Utrecht een gesprek aan te vragen. Hij kwam als een ridder op voor mijn moeder, hij was het gezicht, en met zijn verbale kwaliteiten, ook het gezichtsbedekkende harnas van mijn moeder. Hij liet zien dat je tegelijk heel christelijk kunt zijn en toch weerbaar.

Hij kreeg zijn zin, het gesprek ging door. Ik mocht erbij zitten en als ik het me goed herinner mijn vriendin ook. De decaan kon niet anders dan proberen mijn ouders gerust te stellen, zeggen dat hij hen begreep etcetera, maar dat studenten toch zelf beslissen hoe ze hun leven inrichten. Het werkte wel een beetje geruststellend. Wel verklaarde mijn moeder dat ik dan niet meer de was mocht meebrengen naar huis. En een paar maanden later vroeg ze weer waarom ik toch mijn was niet meer meenam naar huis. Had ik haar toch alweer pijn gedaan, zowel met het een als met het ander.

En zo wandel ik door de wereldgeschiedenis. Van de kruisdood van Jezus met het Stabat mater wandel ik zo het riddertijdperk in. De ridders, hartstikke weerbaar, en beschikkend over enorme veerkracht. Mislukte eerste kruistocht? Hup, door naar de volgende.

Misschien kan ik dit proces beschrijven als zelfopvoeding, maar het zou al mooi zijn als ik kwam tot iets meer zelfinzicht. Hoe afhankelijk heb ik me van ridders gemaakt? Of ben ik zelf onderhand een ridder geworden? We hebben eerder gezien hoe de ridder zich kan storten in avonturen, en dat we die avonturen ook al schrijvend kunnen beleven. Ik zoek al schrijvend het punt op waar de geplande uitkomst ineens onzeker wordt en waar ik onnavolgbaar word, ook voor mezelf. Hier kondigt zich misschien een nieuw inzicht aan.

Dat punt voel ik nabij wanneer ik zie hoe dicht weerbaarheid en zorg bij elkaar liggen. De ridder zorgt voor de zwakkere, maar die zorg neemt de vorm aan van een aanval. De ridder begeeft zich naar de andere ridder en daagt hem uit tot een gevecht. Die gevechten zijn weer reden tot zorg, en zo houden we de ridderstand in stand. Wat gebeurt er intussen met die zorgbehoevenden? We merken niet dat ze zijn opgegroeid en op hun eigen manier in staat zijn om voor zichzelf op te komen. Misschien interesseert het ons ook gewoon te weinig, tevreden als we zijn met onze ridderlijkheid.

Knight armor kit of the XIV century Medieval full-plate armor | Etsy


Geen opmerkingen:

Een reactie posten