Als er één persoon is, dan is het wel Mart.
Hij was als een vader voor me, hij gaf me zijn zwarte puntschoenen.
Toen zijn dochtertje geboren werd heb ik gebabysit met mijn zus, ik heb er mijn'
eerste Franse romans gelezen waar ik maar weinig van meekreeg.
Vannacht wandelde ik langs het uiterwaerdenpark naar huis toen ik werd overvallen door een plotselinge huilbui. Mart, wat mooi wat je me gegeven hebt. Mart, wat erg dat je dood bent. Mart, wat mooi dat we elkaar ooit een keer zien daarboven.
Daarboven?? Ja, want ik zag vliegtuigjes flikkeren boven dat park.
Ja, want Vom Himmel hoch met Koopman had ik op de MP3-speler.
Ja, want het Weihnachtsoratorium - en dat nog wel in november - getuigt absoluut van de absolute waarde van het kindzijn.
In deze orgelleraar Mart komen toewijding, een vleugje pedofilie en alcoholistische tragiek in één persoon samen.
Ik trok al zijn registers open en sloeg zijn bladzijdes om.
Om te ontsnappen aan die absolute kracht van Bach denk ik aan Langlais. Ook dat behoorde tot die wonderlijke wereld van Mart van Oostaijen, boemboem paukeslag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten