zondag 10 oktober 2021

Geen instructies - Opnieuw papa en ik

Wanneer mijn leven met mijn vader in het teken van theater staat, komt het moment dat je aan een regisseur gaat denken. Om de boel ordelijk te laten verlopen, moet er iemand zijn die de lakens uitdeelt, die zegt wat, wanneer en hoe gebeurt. Je kunt je zo iemand desnoods ook nog voorstellen als een dienaar, iemand die zich ten dienste stelt van het gebeuren, maar dat verdient toch nadere overdenking.

In mijn toespraak bij de uitvaart van mijn vader (nu tweeënhalve week geleden) memoreerde ik de Mariagrot die hij bouwde in de tuin van zijn ouwersjhoes in Ten Esschen. Een soort grote kerstgrot van stenen met een Mariabeeldje en (helaas heb ik een slecht geheugen) waarschijnlijk ook een Bernadette die in aanbidding voor Maria geknield zit. Ik zag dat als een teken van spirituele vroomheid. Mijn vader was de vroomste van de vier zonen, zei zijn jongere broer Frans nog een paar jaar geleden. Na de uitvaart sprak ik nonk Frans. Hij herinnerde zich dat hij door mijn vader ook was betrokken bij de bouw van die grot. Hij moest de letters Ave Maria aanbrengen. Maar dat had hij niet erg goed gedaan, en kreeg een verbale tik uitgedeeld door mijn vader.

Ook vertelde nonk Frans dat pap die grot had gebouwd in opdracht van hun vader. Aha, er zat dus inderdaad een bevel achter. Dat vind ik een beetje ontluisterend. Kun je nog van spirituele vroomheid spreken wanneer je gewoon een bevel opvolgt? Of zijn we inderdaad - zoals ik zojuist suggereerde - in staat om dat bevel op zijn beurt weer te interpreteren als een teken van dienstbaarheid, de dienstbaarheid van mijn opa aan de ontluikende vroomheid van mijn vader?

Stel dat je doordenkt over deze gedachte. Dan kun je nog uitwijken naar godsdienst, het dienen van God. God zou de ultieme uitdeler van bevelen zijn, die wij gehoorzamen. Opa en mijn vader, en op zijn onvolkomen manier zelfs nonk Frans, zouden gehoorzamen aan God, die via zijn assistenten zijn bevelen uitdeelt. God aan opa, opa aan pap, pap aan nonk Frans. God doet dit om ergens uit te komen wat niet ook weer een instructie is.

Ikzelf figureer in dit verhaal overigens mogelijk als een nog verdere gehoorzamer. Pap had een paar jaar geleden instructies geschreven voor zijn uitvaart, en daarin bepaald dat ik die uitvaart moest leiden. Ik gaf op de middag na zijn overlijden op mijn beurt instructies aan mijn broers en zussen, zodat we allen min of meer in de positie van nonk Frans stonden, acteurs in een door pap (en uiteindelijk door God zelf) geënsceneerd drama. En ik ook nog in de positie van pap doordat ik niet alleen instructies ontving maar ook uitdeelde.

Om geen rondjes te blijven draaien binnen de instructies moet er ergens een onderbreking plaatsvinden. Ergens in dit gebouw, deze orde van het geven, ontvangen, uitvoeren en beoordelen van uitvoering van instructies treden er onheldere momenten op, momenten van onhelderheid. Zo kan er ineens iemand verzoeken om de uitvoering aan iemand anders te laten. Of er kan een zinnetje opduiken dat niemand begrijpt, maar wel de echtheid van de instructies bezegelt. Ik denk aan het zinnetje 'Je suis l'immaculée conception' van Bernadette van Lourdes, 'ik ben de onbevlekte ontvangenis'. Waarschijnlijk heeft Maria dit in de spreektaal van Bernadette gezegd. Maar het kwam wel mooi uit dat ze tegelijk de Latijnse formule bezegelde die Paus Pius IX vier jaar eerder had afgekondigd, met zijn dogma van de Onbevlekte Ontvangenis.

Nu ligt dat Latijn bij mijn vader nogal gevoelig. In zijn instructies had hij met nadruk gezegd: 'Geen woord Latijn!' Latijn was voor hem de taal van de Roomse kerk, en daarvan heeft mijn vader geleidelijk afstand genomen. Je moet de mensen toespreken in taal die ze begrijpen.

Latijn was ook de taal van zijn vader, mijn opa. Opa was een toegewijd lid van het kerkkoor, en hield van Gregoriaanse zang. Nog bij zijn sterfbed stond een cassetterecorder met Gregoriaans. Opa had ook verwarde visioenen, en mijn vader werd erbij gehaald om hem tot rede te brengen. Er moest een bepaalde boom weg, vond opa. Maar er was geen boom, en mijn vader moest hem met luide stem toespreken en naar het raam brengen om hem te laten zien dat de boom er niet was.

Het geloof in de rede, zou je kunnen zeggen, heeft mijn vader langzaam geholpen om afstand te nemen van de visioenen, de dogma's en het Latijn. Hij was in staat - zij het heel laat - om instructies van zijn vader naast zich neer te leggen en in te gaan op het verzoek van zijn zus Ans, die ten einde raad was, en hun vader tot rede te brengen.

Terugkijkend moet ik mijn weg met de filosofie - hoe lang ook - zien als voortzetting van het project van mijn vader, het project van de rationele kritiek. En hoezeer ik ook nog verwikkeld ben in instructies - vooral als docent, en nog wel met Latijn - ben ik in staat om na te denken over instructies, ze wel of niet uit te voeren, half uit te voeren, tegeninstructies te geven of erom te vragen.

Wat is een bevel? Dat is de vraag die centraal staat in de filosofie, bij Agamben, maar misschien ook in alle andere filosofie, met name die van Kant, met zijn categorische imperatief. De vraag wat een bevel is, is misschien belangrijker dan dat bevel zelf, en kan zelf misschien niet worden opgevat als een bevel.

Misschien biedt Orpheus hier een uitweg. Orpheus mocht naar de onderwereld om zijn verloren Eurydice te bezoeken. Hij overtuigde met zijn sublieme zang Hades en zijn echtgenote Persephone om zijn geliefde weer te mogen meenemen. Wat vervolgens weer mislukte, omdat hij de instructies vergat dat hij niet naar haar mocht omkijken. De zang van Orpheus kun je nog opvatten als bevel, overtuiging. Maar het vergeten is geen opvolging van een bevel, het is iets wat gebeurt.

Orpheus is na zijn tweede verlies naar de dieren gegaan en heeft voor die dieren gezongen.

Misschien lijkt dit op de pastoor die we twee dagen voor paps overlijden erbij haalden voor het laatste sacrament. Pap had er niets over gezegd in zijn instructies. Maar de verpleegster in het verzorgingshuis vroeg me of hij gelovig was en dat we dat laatste sacrament konden overwegen. We vonden een progressieve pastoor die meteen bereid was te komen. Pap was met medicatie (dormicum) in slaap gebracht. De pastoor sprak met ons (mijn zus Bernadette, haar man Huub en ik waren erbij) gebeden uit, voor, over en tegen de slapende pap.

Wat is zo'n gebed waard, wat is een persoon of persona die slaapt en voor wie wordt gebeden? De pastoor legde uit: als je auto rijdt, en de persoon naast je valt in slaap, dan vat je dat op als een teken dat zhij je vertrouwt.

Zo krijg ik meteen ook meer helderheid over mijn blogs. Lees het zoals de dieren naar Orpheus luisterden of waarschijnlijker nog: half luisterden of niet luisterden, druk kwetterend en gravend naar eikels. Franciscus of Antonius die de dieren opzochten zoals Orpheus.

Orpheus en de dieren - Lucebert


2 opmerkingen:

  1. Hoi Anton,
    kan het zijn, dat opa "voelde" wie aan zijn bed stond?
    En dat hij dus wist,voelde,onbewust zag,aan wie hij al dan niet "instructies, bevelen, opdrachten", kon geven?
    Ik moet eerlijk zeggen, dat ik in de 4 jaren, dat ik hem 4 keer per dag mocht verzorgen, geen "kind" aan hem heb gehad.
    Hij was gewillig, meewerkend, vol overgave en berusting.
    Geen opdracht gehoord.
    Ook Marijke, toen 5 jaar oud, niet.
    Zij mocht zijn laatste 4 haren dagelijks kammen!
    En ik ben nooit dwingend, die emotie ken ik niet.
    Net als boos worden, wat soms best onhandig is....
    Hij gaf die regie toch uit handen.
    Misschien waren wij,als derde en vierde generatie, niet meer zo bedoeld, volgens opa?
    Ik weet het niet, ik ben normaal maar al te graag een opdrachten uitvoerder.
    Ik ben totaal niet van het initiatief en iemand zeggen, wat hij moet doen.
    Ik had, zonder te twijfelen, ale mogelijke opdrachten en wensen uitgevoerd, zonder me af te vragen, waarom.
    Nou ja, ik mijmer ook maar wat, hoor.
    Groetjes, Wilma.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi Wilma, bijzonder dat je ook herinneringen hebt aan opa, en nog wel van dichtbij en zo lang! Ik heb ook een enkele herinnering, vooral aan dat Gregoriaans en dat hij veel details over het spoor nog kende. Nonk Ben vroeg hem ernaar, en opa kon nog tijden en perronnummers opzeggen. Ikzelf had vooral rond de muziek contact met opa. Hij begon altijd voor te zingen als hij bij verjaardagen naast me zat. Opa was dus meer dan die instructie waar ik het in de blog over heb. Ik heb dus nog heel wat blogs te gaan! Je hebt ook gelijk denk ik dat iemand die ligt te sterven wellicht nog van alles meekrijgt. Dat zei het personeel ook toen ik bij pap zat. Er is een verschil tussen dood zijn en slapen.

      Verwijderen